Einstein's Jaarringen

Ik worstel  mijn hele leven met het begrip tijd. Als geoloog, als museummens, als kunstenaar, als mens, vader, zoon, grootvader en kleinzoon.

Als kind had ik het idee dat dagen eindeloos waren, die echter in de loop van de tijd steeds korter werden. Tijdens mijn geologiestudie raakte ik in 1975 betrokken bij mijn eerste wetenschappelijke project over tijd. "Accuracy in time" bij de Universiteit Utrecht. Het onderzoeksproject had betrekking op de resolutie van de tijdwaarneming in paleontologische zin, en in hoeverre tijds- en ruimte-effecten elkaar beïnvloedden. Mijn bijdrage was bescheiden. Tijdens de evolutie van mariene microorganismen neemt het volume van het embryo (als kalkskelet meetbaar) toe. Hierdoor is het een geschikt instrument voor relatieve ouderdomsbepaling. Echter, het bleek dat er ook een ecologisch effect op de grootte van het embryo was, afhankelijk van  de zeediepte. Hierdoor ontstaat een ruis in de beoogde relatieve tijdsnauwkeurigheid (vergeef me dit saaie verhaal, dat voor de insider overigens wel spannend is). In mijn latere carrière was tijd een absoluut must voor het modelleren van gas- en oliegeneratie in geologische modellen (Petroleumsystemen). In het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden tenslotte werd ik als hoofd van de conservatoren geconfronteerd met het diachrone tijdsaspect in cultureel-historische ontwikkelingen. Ik heb enig recht van spreken over tijd na ruim 30 jaar onderzoek.

Mijn eerste grote twijfel over bestaan en noodzaak van tijd uitte ik in 2000 met de bouw van het Chaotisch Carillon voor het Kunstproject 2000 in Roermond. Achteraf sta ik verbaasd over het gedicht dat ik bij die gelegenheid schreef over het bestaan van tijd. Ik zou het nu anders formuleren. Maar toch. In 2006 viel het definitieve besluit. Tijd bestaat niet! Zonder tijd is het leven een stuk eenvoudiger. Tijd is een illusie van de mens. Een mooie illusie. Van gestolde gebeurtenissen maken we een lopende geschiedenis. Als tijd enkel een illusie is, kun je er naar believen gebruik van maken. Een tijdsinterval bestaat dank zij het geheugen. Zonder geheugen weten we niets van wat passé is. Een tijdsinterval is een mentale constructie. Niet meer! Newton en Leibniz waren inderdaad briljant. Een essentieel element in hun differentiaalvergelijkingen is de aanname dat we over informatie van twee verschillende momenten beschikken. Dat kan alleen dank zij ons geheugen. Wiskunde is pure intuïtie. Van jaarringen maken we tijdsintervallen dank zij mentale constructies. Een boom protesteert niet.

Tijd is een fascinerend fenomeen, van alle tijden.
"Panta Rhei".  “Alles stroomt”, sprak Heraclitus (ca. 540- ca. 480  v C).
"Niets is ooit maar alles wordt", dacht Plato (ca. 427 -347 v C).
"Omnia mutantur, nihil interit". "Alles verandert, niets gaat ten gronde". Ovidius ( 43 BC-17AD).
Augustinus hakte de tijd in steeds kleinere moten.
Voor Newton vormden tijd en ruimte het vaststaande decor van het wereldtoneel.
Einstein blies het Newtonse concept op door tijd relatief te maken.
De volgende stap is de vraag of tijd überhaupt wel bestaat.
Persoonlijk denk ik van niet. Ik sta niet alleen.
"Einstein's Jaarringen" nodigt uit tot een discussie over tijd, hoe we die ervaren, hoe ze onze perceptie van werkelijkheid bepaalt.

Ockham’s scheermes
William Ockham  (1324) stelde dat bij een keuze uit alternatieve theorieën de eenvoudigste dient te worden gekozen. Dus de keuzes zijn:
Bestaat tijd?
Als tijd bestaat, is tijd recht?
Als tijd bestaat, is tijd krom?

De eenvoudigste oplossing is: Tijd bestaat niet. Maar een geheugen wel. Het geheugen is mijns inziens de allerbelangrijkste drive in de evolutie: Het vergroten van de potentie om ervaring vast te leggen en te gebruiken om het voorspellend vermogen te vergroten. Zo simpel. Endel Tulving  (1980) definieerde het begrip mentaal tijdreizen (mental time travel, of chronesthesia)). Dit is het vermogen van de menselijke geest om zich bewust te zijn van toekomstige en voorbije situaties en zich daarin te kunnen inleven. Belangrijk werk. Tijdens de evolutie kan dit vermogen zich dramatisch ontwikkeld hebben. Tot zeer recent werd gedacht dat dit vermogen was voorbehouden aan mensen. Maar onderzoek aan apen laat zien dat bijvoorbeeld Chimpansees een notie van toekomst hebben en tot op zekere hoogte de toekomst kunnen plannen. Mathias Osvath (2009) liet zien dat chimpansees in een dierentuinin alle rust stenen verzamelen om later, tijdens woedeexplosies hier gebruik van te maken. Karline Janmaat en collega's (2014) publiceerden onlangs een onderzoek naar het planmatig vermogen van chimpansees: zij plannen hun ontbijt, de samenstelling en de locatie. Dit is een nieuwe stap in de ontmanteling van de mens als eenzaam sluitstuk van de schepping. De natuur levert eindeloos voorbeelden van organismen die rekening houden met toekomstige gebeurtenissen. Het bouwen van een spinnenweb om toekomstige prooi te vangen, het verzamelen van wintervoorraden bij zoveel verschillende knaagdieren, het plannen van de paartijd, de trek van vogels, vissen en landdieren van fouragegebied naar voortplantingsgebied en terug, zomerbivak naar winterbivak, enzovoorts. Al deze verschijnselen zou men kunnen wegzetten als instinctieve handelingen, maar eigenlijk bewijzen ze een breed en diepgeworteld tijdsbesef en vermogen om te anticiperen. Dat dit anders verloopt als bij mensen zal wel, maar de grens tussen cognitie en instinct lijkt meer en meer te vervagen. Als die scheidslijn er al is.

In oktober 2006 ontwierp ik een boom. De boom was binnenste buiten gekeerd. De jaarringen van mijn boom groeiden naar binnen. Hij wordt jonger naarmate hij dikker wordt. Jaarringen vormen een fabelachtige bibliotheek. Wie de taal van de jaarringen spreekt kan fabelachtige reconstructies maken. Een boom is een gigantisch boek. De tijd in omgekeerde volgorde. Ik noemde het project “Einstein’s Jaarringen". Einstein relativeerde tijd. Dat was een forse stap in de goede richting. Maar onhoudbaar. Tijd bestaat niet als fysieke grootheid. Dit concept benadert de werkelijkheid veel beter.

Ik wachtte op een geschikte boom. Ik ben goed in wachten. Tijd bestaat immers niet!

Einsteins jaarringen

Einstein's Jaarringen, ontwerp 2006

Nog geen jaar later, op 18 januari 2007 raasde een storm door Nederland. Het was een zware storm. Stormen zijn dè momenten waarop veel bomen het voor gezien houden. Op de Houwnasweg in Grijzegrubben stond een dikke populier. Aan de voet mat hij dik anderhalve meter.De stronk bleef staan. Hij staat er nog steeds, honderd meter verderop. Dood of niet, binnen een jaar groeiden er 50 nieuwe scheuten uit de oude stronk. Hoe oud zijn die dan?

Met dank aan de gemeente Nuth (2007)

Het lot was de gevallen boom ongunstig gezind. Hij lag dwars over de Houwnasweg. Geen hond kon er langs. Obstructie dus. Op last van de gemeente Nuth voerde een loonwerker de boom af. Bestemming groene stroom voor 1 € per ton. Het lot kreeg een onvoorziene wending. Ik greep in. De stam belandde niet veel verder bij boerderij “In het Höfke”. In Grijzegrubben en dus pal voor mijn deur. Op twee voorwaarden: Een fooi voor de chauffeur die hem afleverde, en nooit bellen om hem maar weer op te halen. Ik ging aan de slag.  Kappen, slepen, zagen, slepen, afvlakken, slepen, schuren, slepen, polijsten slepen, impregneren, slepen, aflakken, slepen, expositie, slapen.

Na ruim twee jaar was het project klaar. Een monumentale geheugensteun voor het tijdloze tijdperk. Van het project kun je zo'n 2000 boeken drukken als je het eerst vernietigt. Maar dan is het mooie boek ook verdwenen. Ik las de jaarringen. De populier was ruim 70 jaar oud, van voor de tweede wereldoorlog. Lang niet gek voor een populier. Ik zette een merkje op de ring van mijn geboortejaar 1947 (naar beste weten). Het merkje is zoekgeraakt tijdens de bewerkingen. Er is geen betere plaats voor mijn project dan in de nabijheid van een klok die uit haar functie is gezet. De tijd staat stil. Tijd bestaat niet. Nu gaat het zijn eigen weg. Time flies. Einstein's Jaarringen spotten met de dood. Spotten met de dood? Jaren later vecht nog steeds een eenzame paddenstoel, het mycelium diep begraven in het hout, tegen de dood. Elke paar maanden komt, ondanks drogen, verf, componentlak en conserveermiddelen op onverwachte plaatsen een prachtige "champignon" uit het hout, vaak nadat mijn werkplaats overstroomt als gevolg van hoosbuien. In elk geval tot 10 januari 2012.

zwam 1
zwam2
zwam3
26-9-'08
7-11-'08
17-06-'09
4-04-'11
6-09-'11

Einsteins Jaarringen inspireerden Arno Dieteren tot het Muziekstuk Einstein´s Jaarringen, ter gelegenheid van de expositie van André Dieteren. Museum Bommel van Dam, Venlo, 2007.

Einsteins Jaarringen werden geëxposeerd op de kunstexpositie van Stichting De Sokkel: Octomber-1. September- Oktober. 2008, Nuth

Einstein's Jaarringen stonden op de expositie van Kunstkring Leudal (2009). Met dank aan Jan C.M. Peeters. Daar, in het gemeentehuis, stond een prachtig oud klokwerk, gered uit een gesloopte kerk. Geen betere plaats voor Einstein's Jaarringen dan daar. Verstild. Voor eeuwig, altijd. Wat is altijd als er geen tijd bestaat.?

leudal

Einstein's Jaarringen werden opgesteld op de Atelierroute 2009, Heerlen. Jan Hendriks hielp mee. Helaas vertilde hij zich en ging door zijn rug. Schuldgevoelens zijn tijdloos. Mijn dank ook. Mijn aftandse aanhangwagen zakte ook door een wiel.

Willem en Josje wensen U een voorspoedig 2010

Openpoortendag in Buggenum, 9 Mei 2010

Einstein's Jaarringen als Wooden Stonehenge op een weiland van ruim een hectare midden in het dorpje Buggenum. Op één dag trokken ruim 1000 mensen voorbij. Ik was voorbereid op allerlei discussie. Ik ontwierp een enquête voor over het bestaan van de tijd:

Enquête:

Wilt U onderstaande vragen s.v.p. invullen?
Bij voorbaat mijn hartelijke dank.

 

1

2

3

4

5

Tijd bestaat

         

Tijd is een illusie

         

Willem Fermont is getikt

         

1=Geheel eens  2=Vermoedelijk wel  3=Weet  niet  4=Vermoedelijk niet  5=Geheel oneens

Naam:

Geslacht:

Woonplaats:

Leeftijd:

Opmerkingen:

Conclusie:

In Buggenum denken minder mensen dat ik getikt ben dan in Roermond. Dat zegt niets. Buggenum is veel kleiner dan Roermond. Statistieken liegen altijd. Zoals de statisticus die verdronk in een rivier van gemiddeld een meter diepte (cit. Wim Veenekamp).
Helaas voorzag de enquête niet in de meest voor de hand liggende vragen die men stelde. Die waren in afnemende frequentie:


"Welke houtsoort is het?" (Populier)
"Uit hoeveel bomen bestaat het werk?" (Eén)
"Hoe heeft U die gezaagd?" ( Kettingzaag)
"Is het hout gepolijst?" (Ja)
"Hoe krijgt U die hier?" (In mijn eentje sjouwen)
"Verkoopt U het werk?" (Nee)
"Waarom niet?" ( Het is een stukje van mijn geschiedenis, waaraan ik verknocht ben)
"Heeft U er een bedoeling mee?" ( Ik stel het verschijnsel tijd ter discussie)

Daarnaast waren er bijzondere momenten met enkele bezoekers die in discussie traden over het verschijnsel tijd, of anderszins met mij van gedachten wisselden.

100 jaar Geneco

Op Vrijdag 4 november 2011 werd een concert vanwege 100 jaar GeNeCo gegeven. "Einstein'sJaarringen" wordt integraal uitgevoerd met Arno Dieteren-piano, Paulien Dieteren-basklarinet, Foppe Jacobi-bajan, Rob Meijers-countertenor en Hans Kockelmans-elektronica.

L1- Klassiek:

Zondag 8 Januari 2012 op Radio L1 klassiek: Herhaling van concert in Sint Janskerk "Einstein's jaarringen". Een prachtige opname.

Einsteinhaus Bern

Vergis U niet! Ik ben een zeer groot bewonderaar van Einstein. Op 9 september 2012 hield ik voor de Europese afdeling van de IASD een lezing op de Philosophisch-humanwissenschaftliche Fakultät van de Universität Bern (Zwitserland) over evolutietheorie en dromen. Natuurlijk maakte ik gebruik van de gelegenheid om het huis waar Einstein zijn Relativiteitstheorie schreef, te bezoeken in de Altstad van Bern ( een UNESCO Werelderfgoed monument). Wegens lekkage was het gebouw gesloten en zo dronk ik, verzonken in diep gepeins, een kop koffie in het naastgelegen restaurant "Einsteinhaus". Dit moment werd vereeuwigd door een vriendelijke Zuid-Koreaan, die het huis ook wilde bezoeken.

Bezoek aan het Einstein Haus, Kramgasse 49 Bern, Zwitserland, waar Albert Einstein tussen 1903 en 1905 zijn verhandeling over de relativiteitstheorie schreef.

Einstein's Jaarringen op Maastricht Landart. Mei 2013. Kasteel Bethlehem.


Voorjaar 2013. Dwars door het park rond kasteel Bethlehem in Maastricht loopt pal onder de hoogspanningsmasten, van Zuidwest naar Noordoost, een kaarsrecht okergeel spoor (Later zou het gras geniepig terugslaan). Een recente opgraving, getekend door verse, teruggestorte grond. Dit spoor verbergt een geheim – nee-  meerdere geheimen.

Archeologisch onderzoek in dit spoor, verplicht wegens de Conventie van Malta, 1992, waar binnenkort de hoogspanningslijnen ondergronds gaan, zou de lokale geschiedenis tot leven brengen: Een bodemlaag, een spoortje houtskool, verbrande zaden, werktuigen, sieraden, aardewerk, munten, menselijke resten, dierlijke resten, bewoning. Alles zou hebben bijgedragen om deze inerte kluit aarde tot leven te brengen, een menselijke geschiedenis te onthullen door het verleden te herscheppen.
Onze perceptie van werkelijkheid blijft helaas ter plaatse ondervoed. De speurtocht leverde namelijk niets op. Althans met de gebruikte middelen niet.
Een geoloog had vermoedelijk uit hetzelfde stukje aarde aan de hand van gesteenten, mineraalsoorten, korrelgrootten en fossielen een spannend verhaal gereconstrueerd over historische, meanderende of schietende rivieren, overstromingen, uiterwaarden, moerassen, erosie, sedimentatie, windafzettingen, misschien wel goudafzettingen.
Een botanicus had iets kunnen vertellen over de aanwezige zaden, pollen, voormalige vegetatie, en een beeld opgeroepen van klimaatschommelingen, biodiversiteit.

Al deze onderzoekers beogen hetzelfde doel:  Ontsnappen aan het tijdsmoment en greep te krijgen op de tijd, op het verleden.  Door verbeelding, onderzoek en reconstructie muteert de statische toestand van het moment naar een dynamische geschiedenis. De kluit aarde blijft overigens gewoon wat hij al was. Een kluit aarde, die zich altijd lijkt te verzetten tegen de ontfutseling. Een universeel verschijnsel. De kosmos is geschiedenis!!!

Deze greppel is daarom een metafoor voor de verbeeldingskracht. De werkelijkheid, onze perceptie van werkelijkheid, is gedeeltelijk een imaginair proces in permanente dialoog met de omgeving. Zonder onze verbeeldingskracht zou de greppel een onbeduidende, statische, tijdloze greppel blijven. Zonder geheimen, want niemand zou ze zoeken en proberen te ontraadselen. Het is een ideale plaats voor Einstein's Jaarringen. Bovendien kom ik op Maastricht Landart zoveel mensen tegen die worstelen met percepties van verbeelding. Twee heerlijke weken. Bouwen met Guido Ancion en Paulien Dieteren. Graven, en ploeteren in de regen.

Daarna zon. Dat we ook nog de Wodong opvoerden in de prachtige Cour van Kasteel Bethlehem, is een ander verhaal.

Op 2 november 2014 opende een tentoonstelling in  Kasteel Daelenbroeck: "Vergankelijkheid = duurzaam". Ik werkte eraan met Guido Ancion en Jos van Wunnik. Louw Houtvast deed de performance. Einsteins Jaarringen werden opgesteld in de kasteeltuin. De locatie was prachtig. Naast Einstein stond een foute lantaarn. Maar mooi licht gaf tie wel!

Einstein's Jaarringen op Daelenbroeck, 2014

Tijdens de opbouw ontdekte ik dat de houtworm begon toe te slaan. Met name de jongste jaarringen waren gehavend. Ik schatte het aantal houtwormgaatjes op 270. De diameter bedraagt ca 1,2 millimeter. Als de houtwormen elk jaarlijk 5 centimeter hout eten, verdwijnt gezamenlijk 7,6 kubieke centimeter hout. Na 1000 jaar is - mits hetzelfde tempo wordt aangehouden en geen andere wezens meehelpen - 7,6 liter verdwenen. Dat houdt in dat van Einstein's jaarringen na 150.000 jaar "Einstein's Jaarringen" volledig omgezet is in houtwormpoep. In het kader van de vergankelijkheid is dat belangrijk nieuws en tevens een geruststellende gedachte: Einstein's Jaarringen zijn vergankelijk. Houtwormen zijn duurzaam. Althans relatief.

Op 8 december 2014 sloeg het noodlot toe. Ik kreeg een mail van Carmen Heemels. De storm had mijn sculptuur omgeblazen. Ik ging er naar toe om de zaak te repareren. Het zag er chaotisch uit.

Ik besloot ze zo te laten liggen. Op deze manier pasten Einstein's Jaarringen nog beter in het thema van de expositie: Vergankelijkheid =Duurzaam. Ter afsluiting van de expositie op 14 december speelden we de laatste opvoering van 'Wo geit 't euver? op kasteel Daelenbroeck. We gaan vooruit!!

Daarna is Einstein's Jaarringen afgevoerd naar een opslagplaats, een leegstaand deel van eenparketfabriek in Kerkrade. Daar trekt nu een metaalbedrijf van Rob Dacier in. Ik laat ze drogen en dan ga ik ze opknappen.. De stammen hebben veel geleden van het buitenstaan. Ik ben weemoedig.

Naar hoofdmenu