De geschiedenis van de naaimachines Presuppositie Tijd is een illusie. Ons geheugen, product van miljoenen jaren evolutie, schept deze illusie. Zonder geheugen rest slechts de chaos van het moment. Chaos is tijdloos. Orde is een illusie. Wat vooraf ging Na Einstein's Jaarringen, een oase van rust omtrent de relativiteit van tijd ( zie Einstein's Jaarringen ) had ik behoefte aan een alternatief project. Einstein's Jaarringen draaide moeiteloos de tijd om. Zonder merkbare gevolgen. Tijd bestaat niet. Hoe ziet een moment eruit op moleculair niveau? Kun je dat uitvergroten? Uitvergroten tot een installatie, zo complex, dat het beschikbare geheugen het niet in één moment kan vatten. Een chaotisch systeem binnen zekere grenzen. Vóóraf had ik geen flauw idee over het hoe en waarom van een dergelijke installatie. Niet in het algemeen en niet in het bijzonder. De theorie Een chaotisch systeem is een begrensde ruimte waarvan de beschrijvende systeemparameters, zich slechts volgens een gedeeltelijk voorspelbare wetmatigheid gedragen. Iemands vermogen om op elk moment alle systeemparameters te kunnen kennen, is beperkt. Waarnemingsvermogen, geheugenopslagcapaciteit en "leessnelheid" zijn aan grenzen gebonden. De waarneembare toestand is afhankelijk van de toevallige positie van de waarnemer, het systeem en van de waarnemingsmethode. Tralala. Blablabla. Chaos & Serendipiteit Horace Walpole (her)ondekte in 1754 de verhalenbundel "De Drie Prinsen van Serendip". Serendipity is afgeleid van Serendip (Sri Lanka, Swarnadeep of Gouden Eiland). Serendipiteit slaat op het toeval, het vermogen van mensen om onwaarschijnlijke associaties te maken of conclusies te trekken. Je bent op zoek en vindt iets anders. Of je zoekt niets en je vindt iets. Bijvoorbeeld, een van de drie prinsen ontdekt dat zijn kameel blind is aan het rechteroog, omdat langs zijn dagelijkse kameelroute het gras aan de linkerkant korter is. Over beeldvorming gesproken! Elk begin heeft nog een begin, maar mistiger. Laat ik maar ergens beginnen. In februari 2008 bezochten Josje en ik de Franse wijnboerderij van haar zus en zwager Suzanne en John Dohle-Rohde in La Basse Ronze, Regnié-Durette, aan de rand van de befaamde Beaujolais regio’s Morgon en Fleurville. Hun reusachtige 'établissement vinicole' tegen de lieflijke heuvels van de Beaujolais delen ze met vrienden en regelmatig zijn we er te gast. Hun wijnboerderij is in de loop der jaren geheel verbouwd en grotendeels ingericht met tweedehands spullen van de lokale Bric-en-Brac markten uit Belleville en Mâcon, waardoor het zijn oude charme behouden heeft. La Basse Ronze nabij Bellevile Trots toonden ze op de slaapkamer een wastafel, zelf gebouwd in een eenvoudig, rank houten tafeltje. Josje en ik juichten. We hebben thuis lompe wastafels op de logeerkamers - overgehouden van een verbouwing die ook niet te veel mocht kosten - en we dachten al enige tijd na over vervanging door iets fraaiers. Op de Bric-en-Brac in Belleville kochten we een kleine, ellipsvormige, porceleinen, wasbak – nieuw in doos - voor 8 €. Thuis bezocht ik de Kringloopwinkel bij de Tongerenseweg in Maastricht. Ik speurde alle zalen inclusief de aanpalende, vervallen opslagruimten af, maar vond niets van mijn gading. Tot, achteraan op de bovenste verdieping, mijn oog vielop een stel oude trapnaaimachines. Een ervan, een Anker met dubbele laden was in prima staat. Ze vroegen er 60 € voor. Ik betaalde, geheel onkundig van de marktwaarde van oude naaimachines. Het was de laatste keer dat ik zoveel zou betalen. Op het internet -want ik zou spoedig specialist worden - bleek dat dergelijke naaimachines met de duizenden worden aangeboden. Alleen al Singer produceerde tientallen jaren, vanaf de 19de eeuw, miljoenen naaimachines per jaar, die tot in de verste uithoeken van de planeet verkocht werden. Deze Naaimachine zou mijn leven een wending geven. Het gietijzeren onderstel bestond uit een rijk geornamenteerd netwerk met ijzeren ankers en ankerkabels rond het trapwiel. Het zwarte bovenstuk was rijk versierd met rood, zwart en doublé Jugendstil patronen: een zwoele afbeelding van een zeemeermin met een weelderige haardos die overging in een golvende structuur als een schaal parelmoeren oesters. Op het witbronzen afdekplaatje van het zwarte, gietijzeren bovenstuk stond belangrijke informatie over de geschiedenis van de Ankerfabrieken: “Anker Werke A.G. - Anker - Vormals Hengstenberg & Co, Bielefeld. Van Hengstenberg naar Zeemeermin. Dieper kun je niet zinken in de psychologie van de naaimachines! Binnen een week was mijn object klaar en op de verjaardag van Josje werd het geheel geïnstalleerd op onze slaapkamer. Van het bovenstuk maakte ik een lamp, van de houten schutkap een lampenkap en van het naaitafelblad een spiegel en een handdoekenrek. Josje decoreerde de lampenkap met overtollige oorbellen, waarvan vaak één exemplaar ontbrak. Maar belangrijker was: Ik had de oude naaimachine herontdekt en stond in vuur en vlam.
Wastafel van Anker Naaimachines werken als een magneet. Ik werd lid van de Needle Bar, een discussiegroep op het internet. De tweede wastafel was snel klaar. Het was een Singer, type 15K, Serienummer EC728927 geproduceerd op 12 Maart 1940 in de Kilbowie fabriek in Clydebank Scotland. Hij was iets strakker dan de Anker. Deze kwam op de logeerkamer. Ik vond de oude types prachtig vormgegeven, haast wulps. Ik ontdekte dat de vormgeving van naaimachines uit die tijd ook zeer gericht was op een geraffineerd behagen van de vrouwlijke gebruikers. Er bleek een wereld van ontwerpers en grafici die carrière maakten in de ontwerpen voor Singer en andere merken.
Enkele van de duizenden naaimachinepromoties Ik had diverse naaimachines gesloopt. Ik was gefascineerd door de innovatieve hoogstandjes. Ik gooide niets weg. De wastafels waren statisch. Ik wilde iets dynamisch maken. Waar de geschiedenis van het Anker, voorheen Hengstenberg uit Bielefeld, de Zeemeermin de zachte rondingen van de Jugendstil naaimachines samenvloeiden tot een geheel. Ik weet niet of het gelukt is. Het leidde tijdens de expositie van Octomber-2 tot veel gegiechel en weinig vragen. Maar het project was te eenvoudig. The Gigling Singers Ik verzamelde steeds meer naaimachines. Op het internet vond ik een aanbod van een ouderwetse koffiekan, een emaillen broodtrommel en een vreemd apparaat. Samen vor 10 €. In Friesland. Het derde object leek een vreemdsoortige naaimachine. We verzonnen een reden om naar Friesland te gaan en en passant te gaan kijken. Enkele dagen later was ik in het bezit van een Grossmann hoedennaaimachine. Gebouwd in Dresden. Herman Grossman richtte in 1863 een fabriek op voor de productie van huishoudelijke naaimachines. De naaimachinefabriek werd tijdens WOII gebruikt voor wapenproductie en platgebombardeerd in 1943. Er is vrijwel geen informatie over Grossman hoedennaaimachines te verkrijgen. Maar het is een zeldzaam juweel. De latere Grossman Anita series zijn protserig. Ik ben dolgelukkig met mijn Grossman nr 340. Uit de eenvoudige stijl en het serienummer serienummer valt af te leiden dat hij uit de eerste jaren van de productie van strohoednaaimachines moet zijn. Wilson & Gibbs produceerden in Engeland in 1875 hun eerste strohoed-naaimachines en verkochten er direct 1500 in het eerste jaar. De Grossmann is waarschijnlijk een kopie van hun machine en zal vermoedelijk van iets jonger datum zijn, rond 1880. Het idee begon post te vatten om naaimachines te gebruiken voor mijn chaos project. Ik wist niet hoe, maar ik verzamelde de meest uiteenlopende machines. Het was een mooie fase in mijn leven. Mijn werkplaats puilde uit (zie naaimachine collectie ). Ik droomde van een kolossal object. Een witte kubus van enkele meters hoog in een immense witte ruimte . Aan de buitenkant is alleen een zwarte knop zichtbaar met twee symbolen I en O die verwijzen naar twee alternatieve toestanden. Aan of uit, zwart of wit, ja of nee, 0 of 1. In de kubus bevinden zich talloze naaimachines. Via een ingenieus mechanisme worden ze allen aangezet in de stand 1. In de stand nul is het een statisch systeem. In de stand 1 is de toestand niet meer te vatten. Alle naaimachines drijven op hun beurt onderdelen aan. Het is een kleurrijk zwabberend, brommend, ratelend, kleppend, wiebelend, morrend, steunend, stotend, zwaaiend, zigzaggend, stampend, tollend geheel. Maar toen ik de witte kubus met I/O schakeling op wit papier wilde tekenen viel ik in mijn droom in slaap en droomde dat bij het ontwaken een heel andere tekening op papier stond. Ik begreep er niets van. Wat was er intussen wel gebeurd? Enkele dagen geleden bezochten we met ons gezin en de familie van Josje het Museum Speelklok in Utrecht. Vroeger heette het "Museum van Speeldoos tot Pierement" en ik woonde er in 1965-'67 tegenover, op een studentenkamer bij Stomerij Domstad op de Lange Nieuwstraat. Ik keek uit op de Catharijnekerk met daarnaast, achter de bushalte, de ingang van het Museum in het Catharijneconvent. Nu is het verhuisd naar de Steenweg en kreeg de fanasieloze naam Speelklok. Ik was bedwelmd door de prachtige, originele instrumenten. orgels, klokken, pierementen, muziekinstrumenten. Kortom alles wat me interesseert. Ik was geheel bezeten van orgels en als in een flits zag ik het voor me. Ik wilde een orgel bouwen dat 36 naaimachines aandrijft, op de muziek van een draaiorgelboek. Ik kocht de bouwbeschrijving voor het bouwen van een kistdraaiorgel van Ing. J. de Vries . Ik verliet het museum met tranen in de ogen. Ik geloof dat mijn familie een beetje meewarig naar me keek. Arme jongen! Ik voelde een intense verbondenheid met orgelbouwers. Ik maakte een ontwerp voor mijn eigen orgel. De 14de pianosonate van Beethoven: "Quasi una fantasia" beter bekend als de "Mondscheinsonate" zou eindelijk klinken zoals hij bedoeld was: Op een orgel van 36 naaimachines.
Een droomorgel (2010) Het was een grote, platte wagen vol naaimachines en orgelpijpen. Paulien Dieteren speelde klarinet en ik probeerde via een draaiwiel van een naaimachine het gevaarte op de weg te houden. In het midden van het voertuig stond een schakelaar. Hiermee konden twee standen gekozen worden: Orgel en Chaos. Ik bestudeerde de handleiding en begon te bouwen. Ik bedacht een schakelsysteem zodat ik met een handgreep de registers van de windmachine kon verbinden met 36 orgelpijpen of met 36 naaimachines. Uit een bronzen 30 mm staaf maakte ik de de aandrukrol. Op de draaibank sneed ik er 36 groeven in met tussenliggende afstanden van 3,5 mm om de tuimelaars op hun plaats te houden . Dit is ook de standaardbreedte voor de sporen in een orgeldraaiboek. Helaas was het tweede onderdeel beduidend lastiger: "het klavierblok". Bij timmerfabriek Lemmens in Nuth vond ik een oud restant beukenhout, diep begraven onder het stof. ik kocht enkele meters 6 mm messing buis, 0,4 mm verenstaaldraad, microboortjes, leer en andere benodigdheden, en begon te zagen,schuren en boren. Honderden gaatjes. Uiteindelijk was het blok klaar, Een prachtig, vlak blok met een speling in de uitwendige afmetingen van minder dan een tiende millimeter. Helaas, het blok lekte aan alle kanten wind. Volgens voorschrift doopte ik het blok in een waterige lijm om de porien te dichten, maar dat had ik nooit moeten doen. De lijm droogde langzaam op. In plaats van kaarsrecht en vlak was het blok na de behandeling totaal kromgetrokken en lekte nog meer als voorheen. Alle werk voor niets. Ook het tweede blok was een oefening in geduld. Met vergelijkbaar resultaat. Ik dacht na. De redding -althans voorlopig - was nabij.Hans Kockelmans en Arno Dieteren wilden een stuk componeren dat zou meedingen in een competitie voor het Limburgs Symphonieorkest. De eerste prijs was 3000 €. Het thema was Mystiek en Mysterie. Hoe verzin je het. Maar ze hadden geen tijd en zo begonnen Paulien en ik aan een voorstel te schrijven. Met veel geploeter en gesteun schreven we een voorstel, dat twee doelen diende. Het eerste was om in de competitie hoog te eindigen. Het tweede was dat het als inspiratiebron zou dienen voor de twee eigentijdse componisten Hans en Arno. We doopten het "La Mystère de la Meuse". Het beschrijf de tijdloze en onbegrensde Maas die het Limburgs Landschap blootlegt en vormt, gezien vanuit de Maas. Daardoor is de Maas een metafoor voor historische reconstructie, die echter begrensd is in zijn oplossend vermogen, zowel qua tijd en ruimte. In de tijd lost alles op in een steeds dikker wordende mist. In de ruimte verdwijnt het erosiemateriaal als een diffuse wolk in de oceaan. Ons verhaal wint de competitie wat Paulien doet uitroepen: "We moeten de naaimachines op een boot bouwen die langzaam de Maas afzakt". We varen van Brasserie la Meuse aan de grens, waar we flink brandstof innemen voor de lange weg naar Den Bosch- zoete lieve Gerritje - om te spelen op de Parade. Het LSO vaart mee en combineert haar optredens met een naaimachineorgie. We gaan er voor! Bert Deckx, Valkenier en buurman heeft misschien een loods aan de Maas, bewaakt en met krachtstroom. We gaan overleggen. Geld hebben we (nog) niet. Ik ontwerp een boot.
|