De Watermeters

watermeterlogo

Niets heeft een begin of eind
Het niets geen begin geen eind
Panta rhei (Herakleitos)

Maar inschepen kan altijd, overal!

Metaalrecylingbedrijven zijn een Eldorado. Een berg lijdzaam protest tegen de haast, die hem voortbracht. Een roestig knekelveld, torenhoge afvalbergen van verfomfaaid ijzer, geknakt aluminium en duizenden spiegeltjes van roestvast staal, ontluisterde bruggen, afgedankte machines, gekneusd witgoed, lekkende automotoren, kromme fietsen, doorgezakte bedspiralen, verrotte zinken dakgoten, geroeste elektromotoren, blinkende silo’s, spoorrails richting hemel, koperen boilers, kleurrijke tonnen, verfomfaaid plaatstaal met mysterieuze negatieven van uitgeponste voorwerpen en, niet te vergeten, indrukwekkende massa’s treurige, kromme H-, U-, I- en L- balken. Deze indrukwekkende stilte is overgoten met een saus van tijdloos kabaal: staal op staal, heftrucks, hijskranen, vrachtwagens, schrootmachines, shovels, schepen aan de kade van de Beatrixhaven, machteloze bouwradio’s en druk gebarende mensen met gehoorbeschermers. Elke vrachtauto passeert de weegbrug bij de poort. Heen. En terug. Het verschil maakt de prijs. Maar voor mij niet. Dank zij regelmatige investeringen in Limburgse vlaai kon ik goed met het personeel overweg, wat de inkoopprijs van metalen aanzienlijk drukte.

Wat er meet

heet

watermeter

Ik ben tegenwoordig watermeterdeskundige. Dat begon zo.

Op een dag, wellicht in 1999, zocht ik bruikbare resten Roestvast Staal bij metaalrecyclingbedrijf d’Otremont in Maastricht. Mijn aandacht werd echter, zoals gebruikelijk, afgeleid. In een tochtige, lekkende loods stonden enkele roodbruin gemeniede, maar verroeste en geblutste containers barstens vol watermeters. Tienduizenden, honderdduizenden afgedankte, haast menselijk ogende, goudkleurige watermeters. Ze lagen er  in allerlei soorten en maten, voornamelijk afkomstig uit de buurlanden. Ze waren voorzien van glimmende, bronzen of messing koppelstukken en ronde kleppen. Veel waren zichtbaar defect. Maar ze lagen hier ook niet voor niets. Achter elke klep, afgedekt met een al dan niet gebarsten glasplaat, bevond zich een mechaniek met emaillen wijzerplaten, rode of zwarte wijzers, tellers en cijfers. Watermeters! Er hoort een lint om deze containers met een monumentaal bord ernaast: “Let op! Kunstwerk!”. Langzaam drong tot me door dat onze samenleving al tientallen jaren dooraderd is met geheimzinnige meetapparatuur. Watermeters melden bazen en bestuurders alles over het gedrag van hun gebruikers, te weten:

1 Wanneer ze water gebruiken en wanneer niet.

2. Of ze veel of weinig water gebruiken.

3. Of ze zich douchen, of niet.

4.Of ze de auto wassen, of niet.

5. Wanneer ze naar het toilet gaan of niet, althans doorspoelen.

6. Het lekt.

7. De zaak flessen (controle op ongeoorloofd samenleven van alleenstaanden om extra AOWof bijstand te genereren!)

8-17. Enzovoorts

Watermeters vormen een neuraal netwerk dat reikt tot in de kleinste poriën van de samenleving. Iedereen wordt gemeten. Bij d'Otremnont lagen de resten van de waterneuronen, de synapsen van het fijnmazige netwerk van sensoren uit onze "niets aan de hand" maatschappij. Niets nieuws verder. Samjatin's Wij (1921), Huxley's Brave New World (1932), Orwell's 1984 (1949), Kadare's Dromenpaleis (1981), en nu de Watermeters, ontdekt in 1999 op een metaalbegraafplaats in werelddorp Maastricht. Help!!

Watermeters, ooit aangebracht in een kelder, naast de deur, in de hal, de kruipruimte of in de meterkast van een huis. Voor elk gezin een onmisbare navelstreng  naar de buitenwereld. Maar ook een stethoscoop die de inpandige toestand zorgvuldig registreert, van minuut tot minuut. En nu lagen ze daar bij d'Otremont. Afgedankt en wachtend op een nieuw leven na de smelterij. Een koude rilling ging door me heen bij de gedachte dat ze straks verhit worden tot ongeveer 1200 graden en vloeibaar worden als water. Ik was gulzig. Ik keerde huiswaarts met enkele tientallen prachtige watermeters en wist niet wat ik er mee moest. Voor de prijs hoefde ik het niet te laten. Een Limburgse Vlaai werkte als eetbare steekpenning.

De systematiek van watermeters

Oppervlakkig gezien lijken alle watermeters op elkaar en op mensen. Allemaal hebben ze een instroomopening, een uitstroomopening, een klep, een loden zegeltje, een mechaniek. Ze lijken ook op zakpijpen, behalve het loodje natuurlijk. Vrijwel allemaal zijn ze van messing of brons. Ik klom op de containers voor een nadere inspectie. Daar ontdekte ik dat er vele tientallen verschillende watermeters zijn. Er lagen watermeterfamilies van verschillende fabrieken: Unibel uit Luik, Pollux G.m.b.H. uit Ludwigshafen A.R.H. (?), BK Meterfabriek uit Dordrecht, en talloze anderen. Watermeters zijn een mondiaal verschijnsel. In deze partij bevonden zich opvallend veel bronzen Belgen.

Watermeters zijn individuen, Ze hebben elk een uniek nummer, een unieke vorm, een unieke meterstand, maar tegelijkertijd zijn er verschillende families, geslachten, soorten, sub-soorten, en variëteiten, die allen in de loop van de tijd evolueerden. Mijn hart als paleontoloog klopte sneller. De evolutie van de Watermeter binnen handbereik.!

De watermeterfamilies bestaan uit geslachten.Het geslacht 3 spuit 3 kubieke meter water per uur. Het geslacht 7 is een joekel die 7 m3 aan kan. Een pijltje geeft de stroomrichting aan. Ik heb ook enkele pompdino's die wel 100 kubieke meter aan kunnen. Een geslacht bestaat vervolgens weer uit soorten met verschillende in- en uitstroomopeningen, loden verzegelingen, T-stukken aan een zijde, aftapkranen, hoge meterhuizen, gedrongen meterhuizen. Deze kenmerken zijn allemaal nog functioneel, maar er bestaan daarnaast legio nutteloos lijkende, maar variabele kenmerken. Soms staat het merk aan de ene kant, dan weer aan de andere. Er zijn watermeters met verschillende onderkanten –langere richels, kortere richels, kruisende richels, lange, korte, dunne, dikke en sterk verhoogde stroompijlen. Daardoor zijn de meters wel onderling verschillend, maar niet wezenlijk anders. Je vraagt je af wat de makers bezielde. Misschien wel niets meer dan gewoon onoplettendheid, chaos, toeval. Darwinisme ten voeten uit.

Watermeters vormen een perfecte analogie van de “Systema naturae  van Carolus Linneus (1735), of beter nog, een tot nu toe onderbelichte aanvulling op het dierenrijk (Regnum animale), het plantenrijk (Regnum vegetabile)en het gesteentenrijk (Regnum lapideum). Ik noem het hier Het Rijk der Dingen (Regnum Pragmatica) uit het Superregnum Phantasia) dit in tegenstelling tot het Superregnum Realia.

Rijk:         Pragmatica

Stam:       Objectota
Klasse:     Technopsida
Orde:        Instrumentales
Familie:   Fluididae
Tak:        Metrofluidinae

Geslacht: Hydrometrus
Soort:      Hydrometrus hydrometrus fermont
Variëteit: Hydometrus hydrometrus domesticus

Holotype                     KMT 22018909
Paratypes                    KMT 21702896
                                   107542
                                   107841
                                   BR 101979
                                   P 293680/7767 865
                                   36697221/6660/71

Iedere watermeter heeft ook nog een uniek nummer, raadselachtige DNA-codes als KNT 21703131, 68896-7040378-4719,  65183-69-3594943, of BR-102242. Tenslotte is er dan nog de ontogenetische variatie als gevolg van gebruik, slijtage en ouderdom.

Het is onvermijdelijk. De watermeters krijgen geleidelijk een gezicht, of eigenlijk een Januskop. Enerzijds zijn het zieltogende, slaafse uitvoerders van een totalitaire taak, het contoleren van menselijk gedrag in opdracht van ongrijpbare, vage patriarchen. Anderzijds zijn het afhankelijke individuen in de meest kwetsbare fase van hun leven, die, nu samenscholend in containers, dorpen, steden en hele samenlevingen vertegenwoordigen. Deze bijeengeveegde watermeters vertellen in één oogopslag hoe onze wereld als dubbelverhaal in elkaar steekt. Maar ook hoe een kwetsbare illusie de vanzelfsprekendheid dat water overal en altijd uit de kraan komt, is. Ergens kan iemand één knop omdraaien en dan is het water op. Overal! Beangstigend.

Schetsontwerp voor "De Controleurs". 2000

De taak van watermeters is alert toezien, precies meten en nauwkeurig controleren, Dat verschaft vreugde en aanzien. Kwetsbare illusies ontgaan de watermeters. Na een doldraaiend lange staat van dienst laten ze zich willoos afdanken en verdwijnen ze in de smelt. Vrijheid is een illusie. Watermeters zien er op toe dat elke verspilling, elke gedachte in de richting van vrijheid geregistreerd wordt, en vervolgens aan banden gelegd, voor ze schade aan kan richten. Gods water mag nooit vrijelijk over gods akker lopen.

Watermeters observeren vreemde schepsels (2002)

El Toro Tardo (2004)

Spanjaarden hebben meer termen voor een stierenkarakter dan Nederlanders voor regen. El Toro Tardo is wellicht de meest beruchte: De slome, niet te porren stier. Men moet tot het uiterste gaan met treiteren om zijn uiteindelijke, bloedige slacht te rechtvaardigen. El Toro Tardo is mijn lieveling.

Een schilder schildert met penseel en verf op doek. Ik schilder met watermeters de lege ruimte vol.

De Controleurs, 2002 (Botanische Tuin Kerkrade, 2004)

Er rolde een brief in de bus van Waterleidingmaatschappij Limburg. WML is verplicht om de 7 tot 12 jaar watermeters te ijken. Ons huis was aan de beurt. Men drong aan op een afspraak met het secretariaat. Dat was groot nieuws. Ik verviel in diep gepeins. En dan? Wat gebeurt er met onze watermeter? Gereviseerd, omgesmolten, weggegooid, naar ontwikkelingslanden? Ik schatte dat er in Nederland zo’n 10 miljoen watermeters in gebruik zijn. Als die om de tien jaar vervangen worden, verdwijnen er elk jaar zo’n miljoen watermeters. Waterleidingmaatschappijen meten het waterverbruik heel precies, tot in zes decimalen, Om gezeur te voorkomen moeten massale hoeveelheden watermeters worden afgekeurd. Die van ons bijvoorbeeld was al niet best. Misschien hadden we wel de slechtste watermeter ooit. (In ons nadeel, natuurlijk). Het lijkt wel of we altijd douchen. Metertechnisch dan. Ik besloot eens even te bellen.

Langs een irritante serie telefonische keuzemenu’s, waarvan er sommigen eindigden met tuut, tuut, tuut....., kwam ik tenslotte bij een zeer vriendelijke telefoniste van WML. Ik  legde haar uit wie ik was en vroeg, wellicht inhalig: “Wat doen jullie eigenlijk met afgedankte watermeters?” Natuurlijk wist het lieve kind het niet en er begon een lange telefonische, spiraalvormige speurtocht door het WML. Een bijna gepensioneerde technicus herinnerde zich dat WML vroeger zelf watermeters ijkte en reviseerde. Hij sluisde me door naar een nog oudere medewerker. Deze vertelde dat revisies werden uitbesteed aan een gespecialiseerd bedrijf: Elster Meters N.V. in Breda. Even Googlen en zo vond ik Elster Meters, een multinational gespecialiseerd in productie, assemblage, ijking en revisie van water- en warmtemeetapparatuur. Opnieuw een spiraalvormige speurtocht, die eindigde bij de heer R. Kouw, management chef van de technische dienst van Elster Meters. Ik legde uit dat ik kunstenaar was en geïnteresseerd in enkele watermeters. De reactie was bijzonder hartelijk. Ik vertrok om een lading watermeters te halen met behulp van ontzettend vriendelijk personeel. Op de terugweg bezweek mijn auto bijna, maar ik was de gelukkige eigenaar van een voorraad watermeters, waar ik jaren mee vooruit kan. De medewerkers verzamelden zelfs geruime tijd later nog exotische meters voor me. Ik haalde ze op. Er zat nog een ouderwetse brandweerkraan bij.

Voorraad afgedankte watermeters

Telkens, als ik in mijn werkplaats kwam, lagen ze daar. De wijzerplaten van watermeters lijken op een gezicht. De grote wijzer is een rode neus, het tellertje ziet er uit als een mond met gaaf, agressief gebit en de draaiende wieltjes met getande randen in sommige meters zien er uit als donkere irissen. Er zijn meters met 6 ogen. Watermeters kijken intelligent uit hun ogen. Het lijkt wel of ze gezamenlijk besloten hebben om mij, die hun voorspelbare toekomst via een gang naar de smelterij en alles wat daarna kwam verhinderd had, aan te moedigen: “Maak er wat van!”
Er vond een rolwisseling plaats. De watermeters controleerden mij in plaats van waterstromen. Het idee om de watermeters een nieuwe toekomst te geven, werd steeds concreter. In mijn verbeelding dichtte ik hun de rol toe van controleurs in plaats van een serviele functie als watermeter. Vreemd was dat niet. Zoals de meters daar hadden gelegen waren ze symbool van een samenleving die een perverse behoefte heeft om te controleren! Toch bleef het beeld van slaafse volgelingen hangen.

The Leader and the loosers ( Hasselt, 2007, expositie Hart voor Limburg)

 

De Contoleurs

Links: Lisa voert geen klap uit. (Expositie Octomber 2008).

Rechts: Lisa voert nog steeds geen klap uit (Winter 2009).

(De contoleurs voeren ook geen klap uit)

 

 

We werkten een project uit tijdens de "Promesse d'un Voyage" in Brunssum:

"Diabolo"

Verscholen in bos en brandnetels aan de braakliggende oever van de Roode Beek in Brunssum, liggen de vergeten resten van Staatsmijn Hendrik. Zwart goud was de basis van hun bestaan. Één gebouw, een dichtgelaste ruïne, een cocon met daarbinnen de overblijfselen van wat ooit met zorgvuldige hand werd gebouwd, verbergt de flarden van hun bestaansrecht. Twee rijen reusachtige, ronde betonnen sokkels, leeg als een gebit waarvan de tanden zijn geroofd, in afwachting van slechter tijden. Hier werd water uit de ondergrond opgepompt, verzameld in een punt en vervolgens gereinigd en gedistribueerd. Naar de mijnen, naar de industrie, naar huizen in de buurt. Hier horen de watermeters thuis. Een pompstation is de placenta van de watermeter.

Diabolo

We, dat waren Arno Dieteren, Paulien Dieteren,Willem Fermont, Frans Roovers, Geert Setola. We vulden het voormalig filterhuis pompstation met Diabolo, 10.000 kubieke meter ruimte met vergankelijkheid, trillingen en gedachten.

Diabolo

De tijd is een diabolo. Het verleden is het meest concrete deel van het voormalige pompstation. Traag komt het verleden bijeen, convergeert op het moment waar we zijn. De toekomst verdwijnt er nog sneller. Water is het elixer van het verleden.Wie de slagader naar de historie doorsnijdt, wordt hulpeloze speelbal van de krachten van het moment, met niets in het verschiet. Nergens voelen afgedankte watermeters zich meer thuis dan in de ruïnes van een voormalig pomphuis. Het water komt van overal, gaat door de meter en verdwijnt in vloeiende diapora. Het water stroomde - geholpen door mensen en vernuftige pompen - omhoog uit alle verdiepingen van de Hendrik richting Oceaan, via de Roode Beek, de Maas en de Noordzee.
Water, diffuus in de diepste diepten maar zichtbaar op het punt dat het de pompen passeert, vormt een gerichte beweging, een paringsdans, en lost vervolgens op in het grote geheel.

Diabolo

 

 

Het Fiterhuis Pompstation in Brunssum

De watermeters op hun gemak

Ik begreep dat ik iets niet kon uitleggen. Ik liet deze uitzichtloze zaken op hun beloop. De kringloop werkt ook wel zonder mijn ingrijpen.

De watermeters in de zomer

 

De Watermeters in het najaar bij zonsondergang.

Ons blauwe schaap geniet mee. Gezien vanuit ons keukenraam

 

De Watermeters in de winter van 2010

 

Ik heb mezenballen in de watermeters gehangen. Voor de vogels. Dit heeft vast hun instemming. Koolmezen, pimpelmezen, winterkonminkjes, zwartkoppen, boomklevers, mussen, roodborstjes, ringmussen, vinken, doen zich tegoed aan de voorraden in en om de watermeters. Overleven is een kunst. Voor watermeters en vogels.

Het was even stil met de watermeters. Maar nu zijn er twee nieuwe projecten bijgekomen.

In de moestuin hebben we in 2013 de watermeters gebruikt als vertikale wanden om de tuin meer ruimte te geven. Er hangen nu pompoenen in. En courgettes.

pompoentuin 2014

Na diverse hekken volgens klassieke stijl was ik gaar. Ik besloot zelf tuinhekken te ontwerpen (zie binnenkort het project "Hekkenwerk is Gekkenwerk"). Hierin werden watermeters geintegreerd. ook hier dienen ze als voederbakken voor koolmezen en andere vogels. De kruimels die ze knoeien worden door mussen van de grond geraapt of opgegeten door onze eetgaloze hond Sarah.

    

Twee moderne hekwerken in onze tuin (2014)

Koolmees eet mezenbol uit watermeter (2014)

 

In 2014 diende ik een ontwerp in bij de gemeente Nuth. Dat is een verhaal apart. Het hield verband met de wateroverlast in Grijzegrubben. Ik verdiepte me in de geschiedenis van Grijzegrubben en haar bewoners, interviewde een aantal mensen en er ontstond een kunstgroepje. Met veel plezier. Op dit moment  (20 oktober 2014) is nog niet duidelijk of het project doorgaat. Als dat zo is volgt hierover later meer nieuws. Het ontwerp ziet er als volgt uit:

Ontwerp Kunstwerk Grijzegrubben