Het Chaotisch Carillon
Het Chaotisch Carillon markeert een overigens pas achteraf herkend ijkpunt in mijn leven. Het was - voor zover ik me herinner - een eerste materiele uiting van mijn twijfel over bestaan en noodzaak van tijd. In 2000 dong ik mee in het Kunstproject Pro-sessie Roermond 2000 in Roermond. De opdracht was om een kunstwerk te ontwerpen dat een relatie had of zou aangaan met een object, structuur of gebouw in de stad Roermond. Ik koos het Stadscarillon van het gemeentehuis op de Markt. Ik veronderstelde dat het Stadscarillon een indicator was voor regelmaat die de tijd in stukken hakt, en daarmee de mens de illusie geeft van een hogere, zekerheid scheppende macht: "De tijd". Een dergelijk carillon werkt als een drug: verslavend, ordenend, reducerend naar een 1-dimensionaal bestaan. Mijn Chaotisch Carillon stelt deze regelmaat echter ter discussie.Tijd is een subjectieve ervaring, die weliswaar in de loop van de biologische evolutie tot steeds verfijndere synchronisatie en afstemming leidt, maar het blijft in beginsel een geestesproduct, waardoor we kunnen ontsnappen aan de onmiddelijkheid van het bestaan. Ik ontwierp een stalen klankbord op een vrachtwagenveer, met op het bord 100 stalen hamers op stalen staven. In plaats van een regelmatig tijdhaksel zou er een volstrekt wanordelijke serie geluiden ontstaan, samengebundeld in een verzameling onder- en boventonen in het klankbord maar overigens onvoorspelbaar. Ontwerp Chaotisch Carillon Het voorstel werd geselecteerd door de selectiecommissie. Ik schreef een bijbehorend gedicht "Het Chaotisch Carillon" en ging aan de slag: de bouw van een stalen gevaarte. zagen, knippen, lassen, schuren, polijsten. Ik had echter ook een geheime agenda waarover later meer. Enkele maanden later was het Carillon klaar. Het project werd op 27 Mei vervoerd naar Roermond en geinstalleerd voor de opening op 28 mei 2000. Het waaide op de A2 van Nuth naar Roermond enkele keren bijna van de aanhangwagen, maar uiteindelijk werd het Carillon geïnstalleerd op de markt, pal naast het bordes van het gemeentehuis. Het Chaotisch Carillon voor het Gemeentehuis van Roermond De opening was bijzonder feestelijk. De kunstenaars kregen geen geld voor hun inspanningen, maar gelukkig kreeg de expositiemanager naar verluidt ca. 70% van het beschikbare budget van toen nog in guldens fl 100.000. Zo gaat het wel vaker. Het was een zonovergoten dag. Ik maakte nader kennis met verschillende kunstenaars, waaronde Piet Berghs, Natascha Waeyen en anderen. Jan (J.M.C. Peeters) had voor de gelegenheid een toren van papierbalen gebouwd, waarbinnen gedichten werden voorgedragen. Op zijn verzoek droeg ik op een zondag voor (zéér ) klein publiek de Illias voor, een dwaaltocht door de krochten van de geest. Later zou ik terugblikken op dit gedicht. Ik realiseerde me achteraf pas hoe moe ik moet zijn geweest om het Geologisch Bureau - waar ik een groot deel van mijn carrière als geoloog doorbracht, in een permanent gevecht van 15 jaar voor sluiting te behoeden. Hetgeen uiteindelijk niet lukte. Wat Jan Peeters op dat moment niet kon weten is, dat mijn vader zijn hele leven bij de papierfabriek " Roermond Papier" had gewerkt behalve een onderduikperiode in de Peel tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik mocht als klein kind vaak mee achter op de fiets om bij de fabriek in de hoogopgestapelde papierbalen te snuffelen, indrukwekkende forten van papier te bouwen, boekjes en tijdschriften te verzamelen, of als behendig alpinist over de torenhoge papierbalen en tussenliggende spelonken te klauteren. Voor een kind uit een achterstandswijk- Het Vrije Veld - in Roermond, deed ik een reusachtige leeservaring op lang voor mijn tiende levensjaar. Waarschijnlijk is dat van beslissende betekenis geweest voor de verdere gang van zaken in mijn leven. Ik moest dus iets terugdoen! Naast de Ilias droeg ik natuurlijk ook het Chaotisch Carillon voor. Toen we op het Marktplein arriveerden was het gezellig druk. Rond het Chaotisch Carillon stonden veel mensen. Ik kreeg een steek in de zij. Naast het werk stonden twee ouders met hun kind. Het kind was balorig en schopte en trok aan het werkstuk, dat daar niet op berekend was. Van "Idiot-proof art" had ik tot dan toe nog nooit het nut ingezien. De ouders moedigden het kind aan met de woorden: "Goed zo! Toe maar jong, daar is het voor!!" Ik stond perplex. Ik besloot zo snel mogelijk om het werkstuk weg te halen en dank zij Huub Mintjens, kunstenaar uit Roermond, kreeg het een veilige plek in de museumtuin, naast de voormalige werkplaats van de beroemde Roermondse architekt Pierre Cuypers. Alhoewel ik blij was met deze redding doorkruiste het een ander, geheim plan. Ik had van mijn zwager, Huub Wetzels, gevangenbewaarder te Roermond, begrepen dat de voormalige gevangenis zich onder het gemeentehuis bevond. De lage, zwaar getraliede ramen aan de voorzijde van het gemeentehuis waren de stille getuigen. Ik had redenen om juist daar mijn Carillon te plaatsen. De familie Fermont is een zeer Roermondse familie, bijna 200 jaar woonachtig in een zeer Roermondse klassenmaatschappij, een familie waarvan de reputatie door velen betwijfeld werd. Ik had die stigmatisering natuurlijk aan den lijve gevoeld in mijn jeugd en wist uit ervaring dat sommigen daar flink onder leden. Als een soort Wiedergutmachung aan mijn verre voorouders besloot ik het Carillon voor de gevangenis te plaatsen. En ook wel voor het Stadscarillon natuurlijk. Even later kreeg ik, bij de voorbereiding van de documentaire over de familie Fermont, "Roermondse Adel", van regisseur Joost Seelen de beschikking over de vonnissen van verschillende Fermont's uit de 19de en 20ste eeuw. Rode oren kreeg ik bij het lezen ervan. Ons aller voorouder van de Roermondse Fermont's, Joseph Fermont, geboren in 1804 in de armoedige Rue de la Vache Volante (een foute vertaling van de Kwadevliegenstraat tijdens de Franse bezetting) in Maastricht werd op 27 december 1831 gedagvaard wegens houtdieverij. Hij had op arglistige wijze tijdens een koude winterdag twee bomen gekapt op de Kruisheerenstraat, die eigendom waren van de gemeente Roermond. Het was de eerste keer dat een Fermont met Justitie in Roermond in aanraking kwam. Hij verdedigde zich met de opmerking dat hij meende toestemming te hebben van een vooraanstaande Roermondenaar, schepen van der Venne, geen inkomen had, en ook geen geld voor kolen. Later zouden nog verschillende Fermont's volgen, dagloners, werklozen, kermisklanten, orgeldraaiers, meest voor ordeverstoring, openbare dronkenschap, verzet tegen het gezag, met name, of erger, gedagvaard en veroordeeld worden. Ik voelde een warme verwantschap met orgeldraaiers omdat ik intussen een groot project heb opgestart voor een orgel dat naaimachines aandrijft ( zie hier voor het ontwerp). Door de arrondissementsrechtbank in het stadhuis van Roermond. Het onvermogen van de Roermondse klassenmaatschappij is tot op vandaag manifest, waar het gaat om de mensen aan de onderkant van de samenleving een perspectief te bieden. Mijn Chaotisch Carillon zal niet veel helpen. Maar toch. Ik heb het pal voor de tralies van de gevangenis gezet, die overigens al tientallen jaren niet meer in gebruik is voor dit doel. En dus betreurde ik dat het object domicilie vond in de prachtige mueseumtuin van Museum Roermond aan de Andersonweg.. Het Chaotisch Carillon in de Museumtuin van Roermond Nu rust het Chaotisch Carillon in onze tuin. Van de schitterende blauw-groen en gouden tinten is weinig meer over. De donkerrode en bruine roestvlekken winnen terrein. Soms wordt het Carillon in gang gezet als een schaap de groene bladeren of de gitzwarte bessen van de woekerende vlier naast het carillon afscheurt. Dan klinkt een zacht geluid, dat niet is opgewassen tegen de geluiden van de vogels en de ruisende bladeren van de bomen. Op een nacht werd mijn oog getroffen door een besneeuwd carillon. Eindelijk was de chaos verstild. Het Carillon zwijgt |